Hoofdstuk 46 – Wanneer toelaten kracht wordt

Er is gevochten. Zoals een leeuw. Tot op het bot.

En ja, het is nog niet voorbij. Het juridische en emotionele werk loopt door. Maar toch… iets in mij zegt nu: het is goed. Niet omdat alles opgelost is. Maar omdat ik voel dat ik even mag ademen. Dat het even mag rusten.

Voor het eerst heb ik hulp aanvaard. Iets wat ik zelden kan. Niet omdat ik te trots ben, maar omdat ik vaak geloofde dat het moest — dat ik het alleen moest doen. Deze keer niet. En ja, dat gaf een raar soort schuldgevoel. Maar tegelijk… het gaf ook rust. En voor die rust ben ik dankbaar. Echt.

Ergens onderweg merkte ik dat ik niet meer tegen de herinneringen vecht.
Ze wandelen gewoon met me mee.
Niet als last.
Maar als wat ooit mooi en echt was.

De voorbije dagen hebben me doen beseffen hoeveel zachtheid er kan zitten in iets wat ogenschijnlijk niets lijkt. Een ochtendwandeling. Een glas op een tafel. Een onverwachte ontmoeting met iemand die in zijn auto verblijft. Een koppel dat me vorig jaar al aanvoelde — en nu opnieuw opduikt, met vragen, begrip en beloftes.

Vandaag kwam ik iemand tegen op het strand.
Een jonge man, tijdelijk op vakantie, die nu vijf dagen in zijn auto verblijft.
Hij was wat verdwaald in zijn gedachten. Vodka-cola in de hand, geen oordeel. Alleen zachtheid.

Het raakte me.
Niet om wie hij was, maar om wat hij weerspiegelde.

Vroeger zou ik gedacht hebben: “Die leeft in zijn auto.”
Maar dat is niet hetzelfde.
Iemand die tijdelijk verblijft…
is niet iemand die nergens heen kan.

Het deed me denken aan iemand anders.
Iemand die wél leefde in zijn auto.

En plots werd alles weer stil.
Want zelfs in rust… leeft alles nog even mee.

Ik besef steeds meer dat het gemis niet weggaat.
En misschien hoeft dat ook niet.

De herinneringen blijven levendig.
Maar ze beginnen te bewegen.
Ze doen minder pijn.
Ze worden zachter. Dankbaarder.

Ik weet hoeveel pijn ik zelf heb meegedragen.
Maar ik voel ook hoe ik stilaan leer om die pijn niet langer als een wond te zien,
maar als een getuige van iets dat ooit écht was.

Misschien is dit gewoon zo’n tussenperiode. Een pauze.
Het is toch juridisch verlof, niet?

Dus ik laat het even rusten. Niet omdat ik het vergeten ben. Maar omdat ik het nu durf laten liggen.
En dat is misschien wel de grootste overwinning van allemaal.


Reflectie

Ik heb nu geleerd dat toelaten geen zwakte is. Dat ik het niet allemaal alleen hoef te doen. En dat herinneringen zachter worden wanneer ik ze niet langer wil controleren.

Psychologische duiding:

• Relationele autonomie
Echte autonomie betekent: zelf bepalen wie je binnenlaat, en wie niet. Hulp toelaten kan net een vorm van kracht zijn, zolang het voortkomt uit keuze en niet uit noodzaak.

• Schuldgevoel bij rust of herstel
Veel mensen die langdurig in overlevingsstand stonden, ervaren schuld zodra er ruimte komt voor rust. Dat schuldgevoel maskeert vaak een oude overtuiging: “ik mag pas bestaan als ik iets bewijs.”

• Herinnering als innerlijke beweging
Wanneer herinneringen niet meer vastkleven aan pijn, maar beginnen te bewegen, ontstaat ruimte. Ze worden dan geen last, maar richtingaanwijzers.

• Spiegeling door ontmoeting
Soms raken ontmoetingen iets aan wat al langer leeft. Niet omdat de ander iets doet, maar omdat hij iets weerspiegelt. De jongen op het strand, het koppel uit Lelook — ze herinneren me aan delen van mezelf.

• De helende kracht van toelaten
Toelaten is niet hetzelfde als het opgeven van grenzen. Het is een actieve beweging: ruimte maken voor steun, rust of mededogen, zonder jezelf te verliezen.


Spirituele refenties:

• In het christendom
Jezus liet Simon van Cyrene het kruis mee dragen. Zelfs de weg van liefde is geen solo-opdracht. Hulp aanvaarden is niet falen, maar een teken dat je menselijk bent — en verbonden.

• In het boeddhisme
Rust nemen is geen stilstand, maar een noodzakelijke fase van bewustzijn. Mededogen begint bij jezelf: toelaten wat is, zonder oordeel. Zelfs schuld mag er zijn, als je het maar niet gelooft.

• In het soefisme
“Laat toe wat binnen wil komen, laat los wat vertrekken wil.” Die innerlijke stilte ontstaat wanneer je ophoudt te vechten tegen dat wat wil rusten. Overgave is geen einde, maar een doorgang.

• In het taoïsme
De rivier vecht niet tegen de stenen, ze stroomt eromheen. De zachte kracht is vaak de sterkste. Wie hulp toelaat zonder zich te verliezen, beweegt met de stroom — niet ertegen.


Reacties, herkenning of vragen? Je mag altijd mailen, delen of gewoon stil meelezen.

2 gedachten over “Hoofdstuk 46 – Wanneer toelaten kracht wordt”

  1. Wim weet dat ik er voor je bent, ik kies geen kant maar gelukkig dat ik in je moeilijk tijd heb leren kennen en als behoefte heb om mijn te bellen doe maar xxx

    Beantwoorden

Geef een reactie