De val en de sprong (woensdag 11 t.e.m. vrijdag 13 juni)
Woensdag 11 juni
Het moment waarop het brak, was niet een plotse crisis.
Het was het besef:
ik geef alles op — mijn huis, mijn werkplaats, mijn bedrijf, mijn hele leven zoals het was —
en zelfs dan krijg ik de camper niet.
Die ene plek die ik nodig had om in te verblijven.
Om even te kunnen schuilen.
En ook dát werd me ontnomen.
Ik voelde me verbannen.
Uit mijn huis. Uit mijn leven.
En vooral: uit de relaties die ik vertrouwde.
Dat was de breuklijn.
Niet twijfel.
Maar het gevoel dat niemand nog voor mij koos.
Niet mijn ex-vrouw. Niet mijn zoon. Niet mijn advocaat. Niemand.
Ik was leeg. En moe van het vechten.
En ergens, heel stil, kwam de herinnering aan de vorige keer.
Toen ayahuasca me redde.
Echt redde.
Dus tussen woensdagavond en donderdagochtend nam ik een beslissing.
Niet uit hoop.
Maar omdat er niets anders meer overbleef.
Ik schreef me in. Voor de retraite. Eén nacht minder. Het moest maar.
Ik ging.
Donderdagavond begon de eerste ceremonie.
Mijn hoofd dirigeerde nog alles.
Elk gevoel kreeg een commentaar.
Laat dit los. Denk dat. Voel zus.
En ik zat erbij. Als figurant in mijn eigen film.
Maar ik bleef.
En dat blijven was belangrijker dan ik dacht.
Vrijdag 13 juni
De dag begon met nieuws dat alles definitief maakte:
de scheiding was officieel.
Ik deelde het met een van de begeleidsters.
“Hoe toepasselijk,” zei ik, “vrijdag de dertiende… en dan dit.”
En zij glimlachte en zei: “Het is gewoon een dag als een ander. Proficiat.”
Die woorden raakten me vreemd.
Proficiat?
Alsof dit iets was om te vieren?
Ik begreep het niet.
Maar één dag later, begreep ik het wel.
Zij sprak al vanuit een plek waar ik nog niet was.
Een plek van loslaten. Van ruimte.
Van herbeginnen, zonder oordeel.
En ik voelde dat ook langzaam komen.
Niet als vreugde.
Maar als vrede.
Ik dacht ook aan wat Anthony ooit zei, tijdens een online sessie:
“Ga door het leven zonder verwachtingen, en alles komt vanzelf.”
Ik had het toen gehoord.
Maar nu…
begon ik het te begrijpen.
Alles. En niets. (vrijdagavond t.e.m. zondag 15 juni)
Ik zat in de ruimte. In stilte.
Voor het eerst zonder dat ik iets moest.
Alleen. Maar goed alleen.
Niet weggeduwd.
Niet vergeten.
Maar bewust.
Met mezelf.
En plots… kwam het los.
Alsof ik het aanstuurde met mijn gevoel.
Ik dacht: nu mag er weer beweging komen.
En ineens bewoog alles.
Mensen. Geluiden. Muziek. De ruimte leefde.
Ik huilde. En lachte. Tegelijk.
Mijn buurman — onder een dikke dons — klaagde lachend over de kou.
Ik lag ernaast, zonder T-shirt, zonder deken, en had het heerlijk warm.
Alles en niets. Koud en warm. Luchtig en intens.
En dan voelde ik het: er is iets mis.
Ik stond op. Niet uit paniek.
Gewoon: weten.
Buiten was een storm op gang gekomen.
Echte wind.
Een raam was opengevlogen. Een vaas viel om.
En ik voelde: dit is mijn taak.
Ik liep het hele huis rond.
Deuren dicht. Ramen checken.
Niet uit controle.
Uit zorg.
Ik stond in het midden.
Voelend.
Als een anker.
En wat me raakte:
niemand hield me tegen.
De begeleiders lieten mij doen.
Alsof het mocht.
Alsof het klopte.
Tussen alles door bleef ik schakelen.
Naar binnen. En naar buiten.
Soms mijn ogen dicht. Soms open.
Contact.
Een jonge vrouw — de dag ervoor stil en gebroken —
kwam zachtjes in mijn armen liggen.
Ik hield haar vast. Zwijgend.
En voelde:
ze gaf haar pijn aan mij af.
En ze kwam terug tot leven.
Na de ceremonie besloot ik in mijn busje te slapen.
Even terug naar mezelf.
Ik zette een slaapmeditatie op.
En het vreemde was:
alles wat ik al gedaan had, werd daarna pas in de meditatie uitgesproken.
Alsof ik voorliep.
Alsof ik mijn pad al liep.
En de begeleiding pas later volgde.
Zaterdagochtend postte ik op Facebook:
“Mijn grootste wens voor dit nieuwe leven is dat mijn ex-vrouw ooit mijn beste vriendin wordt.”
Niet als aanval.
Maar als voorbereiding.
Want ik wist: die dag zou ik mijn ex-vrouw onverwacht terugzien.
Op het feestje van mijn petekind.
Ze was verrast. En geraakt.
Waarom via Facebook? vroeg ze.
Maar ik had geen betere manier.
Ik wilde geen confrontatie. Alleen zachtheid.
We spraken.
Lang. Intens.
Ik bleef rustig. Helder. Liefdevol.
Ik zei haar:
“We halen het slechtste in elkaar naar boven. Maar dat wil niet zeggen dat jij slecht bent. Of ik.”
Wat zij nu toont, is niet wie zij is.
Het is wie zij wordt in onze dynamiek.
En dat is oké.
Maar het is ook de reden waarom we nu afstand nodig hebben.
Ik zei haar:
“We moeten elk terug naar onszelf. Wie jij bent zonder mij. Wie ik ben zonder jou.”
En ik beloofde haar:
“Ik blijf je helpen. Niet als partner. Maar als mens. Op jouw tempo. En op het mijne. Niet morgen. Niet snel. Maar ooit.”
En de camper?
Ja, ik wilde hem.
Maar ik wilde niet vechten.
Ik zat daar met mijn busje.
En het was goed.
Niet omdat ik toegegeven had.
Maar omdat ik mijn strijd had neergelegd.
Zondag 15 juni
De muziek speelde zacht. Niet live. Niet ceremonieel.
Gewoon de muziek die ik kende.
Die me vroeger liet huilen —
om wat ik miste, om wat ik verloor.
Maar vandaag…
bracht diezelfde muziek geen tranen.
Geen spijt. Geen verlangen.
Ze bracht dankbaarheid.
Dankbaarheid voor wat wél was.
Voor de momenten met Mon-Mec.
Voor de liefde die ik wél heb mogen voelen.
Niet langer: waarom is het weg?
Maar: hoe bijzonder dat ik het heb mogen meemaken.
En daar — in die verschuiving —
zat het grootste verschil van allemaal.
Ik voelde het. In mijn lijf. In mijn hart:
ik ben van negatieve energie naar positieve energie gegaan.
En ik wil dat vasthouden.
Ik wil zo blijven wandelen.
Zonder strijd.
Zonder verwachting.
Want de grootste boosdoener in mijn leven was nooit mijn ex-vrouw.
Nooit de camper.
Nooit de mensen die me loslieten.
De grootste boosdoener was FOMO.
Fear Of Missing Out.
De angst om iets te missen, liet me alles verliezen.
Liet me vasthouden waar ik mocht loslaten.
Liet me zoeken waar ik mocht vinden.
Liet me vechten waar ik mocht vertrouwen.
En dit weekend…
toonde me iets anders.
Wat als ik niets meer verwacht?
Wat als ik alleen nog maar ontmoet wat zich aandient?
Zoals Anthony het zei:
“Ga door het leven zonder verwachtingen, en alles komt vanzelf.”
Vandaag geloof ik hem.
Vandaag voel ik het.
Ik heb geen plan.
Geen zekerheid.
Maar ik heb muziek.
Herinnering.
Verbinding.
En dat is genoeg.
Over balans en leven
Ik dacht dat het leven ging over balans.
Over stabiliteit. Over controle.
Maar het leven… is nooit een rechte lijn.
Leven is golven.
Beweging.
Energie.
Als je echt in balans bent,
dan beweeg je niet meer.
Dan is het stil. Doodstil.
Dan is het vlak. Een flatline.
Maar dat is geen leven.
Echte balans
is de kunst om in onbalans te zijn
zonder om te vallen.
Het is surfen op de golf,
niet het water willen stilleggen.
Het is leren ademen
in de hoogte en in de diepte.
En beseffen:
dat zelfs de grootste schommelingen
geen bedreiging zijn,
maar een uitnodiging.
Wat er voor me ligt
En nu…
ligt er iets voor mij.
Voor het eerst sinds lang
voel ik ruimte.
Sinds mijn burn-out in 2018
heb ik geprobeerd te herstellen
door dóór te doen.
Door te zorgen. Door te geven.
Door overeind te blijven.
Maar ik nam nooit echt de tijd voor mezelf.
Ik leefde met het idee dat ik eerst “moest herstellen”,
om dan terug “nuttig” te zijn.
Maar vandaag…
besef ik dat mijn tijd voor mezelf
niet iets is wat volgt nadat alles weer op orde is.
Het ís de orde.
Nu.
Deze adem. Deze stilte.
Deze keuze om even niet te vechten,
niet te pleasen, niet te moeten.
En ik weet het niet.
Ik weet niet wat er komt.
Of wie ik zal worden.
Maar voor het eerst sinds 2018
hoef ik dat niet meer te weten.
Ik mag voelen.
Ik mag zoeken.
Ik mag zijn.
Alles. Niets. Beweging daartussen. En ik — levend. Aanwezig. Dankbaar.
🌿 Meer weten over de retraite die me hierbij hielp?
Dan vind je hier hun website: Inner Mastery – Benelux
1. Psychologische duiding
Hechting en eenzaamheid
Wat deze periode blootlegde, is de diepe impact van hechting. Niet alleen met anderen, maar ook met jezelf.
De leegte die ontstond toen relaties wankelden (partner, kind, vrienden) werd niet alleen verdriet om verlies,
maar raakte een kernwond: het gevoel dat niemand echt voor jou kiest.
Dat je er alleen voor staat. Zoals vroeger.
Overcontrole als bescherming
De neiging om scenario’s te overdenken, de controle te houden, de omgeving te ‘beheersen’ (ramen sluiten, storm voelen, anderen verzorgen)
komt voort uit een oud overlevingsmechanisme: als ik alert genoeg ben, gebeurt er niets slechts.
Maar het kost zoveel energie.
En het houdt je hoofd op scherp, terwijl je hart snakt naar rust.
FOMO – de angst om iets te missen
Deze diepe ‘fear of missing out’ is geen oppervlakkige trendangst,
maar een existentiële onrust: de drang om alles te ervaren, niets te verliezen, niemand teleur te stellen.
Maar ze houdt je weg van het moment zelf.
Van zijn.
Van genoeg.
Verbinding als spiegel
De ervaring met anderen (zoals het meisje in pijn) liet zien dat jij niet alleen ‘voelt’, maar ook kan dragen.
Je bent een kanaal. Maar dat betekent ook: grenzen respecteren.
Niet alles hoeft van jou te komen.
Je bent deel van een stroom. Niet de bron zelf.
2. Spirituele integratie
Alles en niets
In stilte voelde je het:
ik ben alles én niets.
Vol én leeg.
Alleen én verbonden.
Dat besef, dat paradoxale voelen — is waar spiritualiteit begint.
Loslaten als daad van vertrouwen
De echte shift kwam toen je stopte met vechten.
Toen je zei: “Ik geef het op. Niet uit opgave, maar uit overgave.”
Dat is vertrouwen.
Niet in de uitkomst.
Maar in het proces.
Golven en balans
De inzichten over golven en schommeling zijn niet enkel psychologisch —
ze zijn een echo van het leven zelf.
Yin en yang. Eb en vloed.
Geen licht zonder donker.
En geen groei zonder verlies.
Je pad ontvouwt zich
Je hoeft het niet te weten.
De weg openbaart zich terwijl je stapt.
En je hebt nu het vermogen herkend om dat pad te bewandelen —
zonder kaarten. Zonder beloftes.
Met aanwezigheid. En zachtheid.
“Ik ben niets… en toch alles. Ik ben onderweg… en toch al thuis.”