Hoofdstuk 35 – De stilte voor de storm

Ik had de beslissing al genomen.
Niet hardop.
Niet op papier.
Maar in mij was het helder.

Ik kon niet verder met haar.
Niet omdat ik haar niet meer graag zag.
Integendeel.
Maar omdat ik wist dat ik mezelf niet meer terug zou vinden als ik bleef.


Het was ergens rond Kerstmis, misschien net na Nieuwjaar.
We zaten nog samen in één huis.
We sliepen zelfs nog in hetzelfde bed.
Maar alles voelde anders.

Zij bleef zeggen dat ze een oplossing zou zoeken.
Dat er nog hoop was.
Dat het jaar misschien nog zou keren.

Ik knikte.
Maar in mij voelde het anders.


Ik had gekozen.
Zacht.
Zonder ruzie.
Zonder woorden.

Maar toch definitief.

Ik kon niet meer terug.


En toch… ik wachtte nog.
Voorzichtig.
Omdat ik wist hoe zij zou reageren.
Ik kende haar reacties door en door.
Ik wist welk vuur zou losbarsten
van zodra ik stappen zou zetten.

Dus ik bleef nog even in de stilte.
Niet uit angst.
Maar uit voorbereiding.


Ik had de notaris al gemaild.
De eerste afspraken werden voorbereid.
Ik wist wat mij te doen stond.

Maar ik deed het nog niet.


We praatten nog.
We kookten nog.
We sliepen onder hetzelfde dekbed.
En toch…
zat ik al op een ander punt in mij.

Ik keek naar haar.
En ik voelde nog liefde.
Maar ook helderheid.
Niet deze liefde. Niet zo.


In relatietherapie gingen we samen zitten.
Maar de woorden kwamen niet meer samen.
Ik zat daar om te zorgen dat het rustig bleef.
Zij zat daar om het nog te redden.
We keken naar elkaar.
Maar zagen niet meer hetzelfde.


Ik wist dat het moment ging komen.
Dat ik de formele stappen moest zetten.
Dat zij haar verzet zou opvoeren.
En dat het niet zacht zou eindigen.

En toch…
bleef ik nog even in de stilte.

Voor de kinderen.
Voor mezelf.
Voor het kleine beetje rust
dat ik nog even wilde vasthouden.


Het voelde als het moment net voor de donder.
Waar de lucht te stil is.
En je weet…
het komt eraan.


Reflectie

Soms is de stilte voor het einde zwaarder dan het einde zelf.
Omdat je weet wat er komt.
En je alles nog even probeert vast te houden —
niet uit hoop,
maar uit zachtheid.

Het is het moment waarop je niets meer kunt zeggen
zonder iets te breken.
Dus zeg je niets.
Je ademt.
Je wacht.

Maar in jou… is het al beslist.


Psychologische duiding

In deze fase komt vaak het fenomeen van emotionele terugtrekking naar voren.
Het is een mechanisme waarbij iemand zich innerlijk al losmaakt,
terwijl het uiterlijk nog ‘normaal’ lijkt.

Mensen die sterk empathisch zijn,
proberen die overgang zacht te laten verlopen.
Ze voelen wat gaat komen,
maar willen de schade beperken.

Hier zien we ook een vorm van internaliserend conflict:
de spanning tussen trouw blijven aan je innerlijk besef
en het vermijden van escalatie.

Daarnaast speelt ambivalente hechting soms een rol:
het gevoel van verplichting om verbonden te blijven,
zelfs als je weet dat het jezelf schaadt.

Deze combinatie zorgt vaak voor uitputting,
maar ook voor helderheid.

De stilte wordt geen zwakte,
maar een ruimte waarin je jezelf opnieuw begint te horen.


Levensbeschouwelijke blik

In veel spirituele en religieuze paden
wordt de fase voor de breuk gezien als een vorm van beproeving.
Een innerlijke test tussen mededogen en waarheid.

In het christendom spreekt men over de tuin van Getsemane
het moment van weten,
maar nog niet handelen.
De stilte voor het kruis.

In het boeddhisme wordt deze stilte als bewuste observatie gezien.
Niet vluchten. Niet grijpen. Gewoon zijn.
In het weten. In de adem.

In mystieke tradities heet dit de wachtruimte van de ziel:
een plek waar niets gebeurt,
maar alles al beslist is.

Deze tussenruimte is niet leeg.
Ze is heilig.
Omdat daar het echte loslaten begint.


Slotzin

Je hoeft niets te zeggen om afscheid te nemen — soms zegt stilte alles.