Soms vertrek je niet omdat je weg wil.
Maar omdat blijven je langzaam afbreekt.
Na mijn vorige retraite dacht ik: nu ga ik vertrekken met een camper, met middelen, met een plan.
Alles was voorzien, dacht ik. Alles voorbereid.
Maar wat volgde, was allesbehalve dat.
Wat begon als discussies over verblijf en bezit, eindigde met het verliezen van mijn huis.
En niet veel later: het verlies van mijn recht op de camper — toegeeigend, niet uit nood,
maar uit wrok. Een bewuste poging om mij te raken, in wat ik nog had.
Niet uit menselijkheid, maar net daarbinnen: het onmenselijke aspect dat soms in de mens naar boven komt.
Maar het raakte me niet.
Niet zoals vroeger. Niet zoals verwacht.
Want ik voelde dat ik iets teruggevonden had dat veel groter was dan een woning of een voertuig: mezelf.
Ik heb geluisterd.
Naar de dokter, die zei: “Neem rust.”
Naar de psycholoog, die me vroeg om te vertrouwen.
Zelfs naar de rechter, die een straatverbod uitsprak — onterecht, naar mijn gevoel,
maar achteraf gezien begrijp ik de bedoeling: rust creëren. Grenzen trekken. Ruimte laten ontstaan.
En ja, ook daarvoor voel ik dankbaarheid. Omdat het me dichter bracht bij mijn eigen grenzen.
Ooit, op de plek waar ik nu opnieuw heen trek,
heb ik iets gevoeld dat ik daarvoor nooit kende.
Diep geluk. Zomaar. In het moment.
Maar het hield geen stand.
Het sloeg om in intensiteit, in verwarring.
In scherpe woorden, die mij later — jaren later — bleken te vormen.
Alles wat er gezegd werd, bleek waar. Alles.
En dat besef, hoe pijnlijk ook, is tegelijk het mooiste geschenk dat ik kon krijgen.
Ik ben hem daar voor altijd dankbaar voor.
Net zoals ik mezelf dankbaar ben.
Omdat ik — voor het eerst — hulp heb aanvaard.
Van mijn zus. Van haar partner.
Omdat ik mocht logeren, terwijl alles instortte.
Omdat ze mee de bus hebben helpen ombouwen.
Omdat ik niet werd beoordeeld, maar gedragen.
En daardoor kon vertrekken. Niet in luxe, maar in waarheid.
Ik weet niet wat er komt.
En dat hoeft ook niet meer.
Wat ik wél weet, is dit:
ik vertrek niet om te vluchten.
Niet om iemand terug te vinden.
Niet om iets te bewijzen.
Ik vertrek omdat blijven geen optie meer was.
Omdat stilstand mij zou vastzetten in een spel dat niet meer het mijne is.
Ik heb gekozen. Eindelijk.
En deze keer — voor mezelf.
Alles wat mij onderweg tegemoet komt, zal mij vinden zoals ik nu ben.
Zonder verwachting.
Zonder strijd.
Zonder illusie.
Maar met mijn hoofd omhoog.
En mijn hart open
Psychologische reflectie:
• Rouwverwerking bij levend verlies
Het verliezen van een thuis, relaties of bestaanszekerheid kan net zo intens zijn als het verlies door overlijden. De pijn is reëel, maar moeilijker te plaatsen omdat het geen duidelijk einde kent.
• Emotionele manipulatie en reactieve ontkoppeling
Wanneer iemand macht gebruikt om je pijn te doen (bijvoorbeeld via materieel bezit of schuld), ontstaat vaak een automatische beschermingsreactie: loskoppelen. Niet als onverschilligheid, maar als noodzaak om psychisch overeind te blijven.
• Grenzen stellen als zelfbehoud
Een straatverbod voelt als verwerping, maar kan ook ruimte bieden om opnieuw verbinding te maken met je eigen behoeften en veiligheid. Grenzen zijn geen muur, maar een vorm van bescherming die nabijheid mogelijk maakt.
• Hulp durven toelaten
Voor wie altijd alles alleen heeft gedaan, is hulp aanvaarden een vorm van groei. Het doorbreekt het patroon van zelfopoffering en opent de weg naar gezonde verbinding.
• Zelfbepaling en autonomie
Keuzes maken vanuit innerlijke overtuiging — los van verwachtingen van anderen — herstelt de balans tussen wie je bent en wat je doet. Echte autonomie is zacht, niet hard.
Spirituele reflectie:
• In het boeddhisme
Lijden ontstaat door gehechtheid. Het loslaten van bezit, verwachtingen of mensen opent ruimte voor innerlijke vrede. De weg naar verlichting begint bij niet-strijden.
• In het christendom
Vergeving begint vaak bij inzicht. Niet alles begrijpen is nodig om te kunnen vergeven, maar mildheid tegenover wat je niet kan veranderen wél.
• In het soefisme
Wat je ontneemt, opent vaak de weg naar wat werkelijk van jou is. Elke beweging weg van controle is een uitnodiging naar vertrouwen.
• In het taoïsme
Weggaan is niet vluchten, maar meebewegen. De stroom volgen, zonder erdoor verzwolgen te worden. Wie zich losmaakt van weerstand, komt thuis in eenvoud.
“Rust ontstaat niet wanneer alles opgelost is, maar wanneer je stopt met oplossen wat niet van jou is.”