Dit lied is ontstaan in een periode van breuk, verwarring en onafgesproken afscheid. Niet als beschuldiging, maar als een poging tot afronding — of tenminste verwoording. Misschien herken jij in deze klanken of woorden iets van jezelf, of van iemand die je ooit hebt moeten laten gaan.
In het begin, een mandje vol liefde,
Een brief die woorden liet spreken,
Jouw aanwezigheid was mijn geluk,
Maar nu sta ik hier, gebroken.
Wie had gedacht, zo woelig, zo zwaar,
Geluk dat brandde, maar bleef niet daar.
Ik wilde alles redden, jij en zij,
Maar verloor mezelf in die strijd.
Het spijt me, voor elke keuze,
Die meer pijn bracht dan ik kon zien.
Ik vocht voor liefde, maar verloor,
Alles wat ooit dichtbij stond.
Ik mis je, ik mis je zo,
Een leegte diep in mij laat me nooit los.
Geen afscheid, geen laatste blik,
Maar toch hoop ik dat je je geluk vindt.
Jouw liefde voor haar, ik kon het niet zien,
Een spiegel van wat ik nooit kon misschien.
Mijn fouten te groot, mijn angst te sterk,
Het brak alles wat ooit werkte.
In jouw ogen, een strijd voor haar,
Maar voor mij was het altijd meer.
Een gevecht, verloren vanaf de start,
Maar mijn belofte blijft in mijn hart.
Ik mis je, ik mis je zo,
Een leegte diep in mij laat me nooit los.
Geen afscheid, geen laatste blik,
Maar toch hoop ik dat je je geluk vindt.
Het spijt me, voor alles.
Voor alles wat ik deed en niet zag.
Ik zal er altijd zijn, als je me nodig hebt,
Een schaduw, een stem die je kent.
Hopelijk tot ooit, mijn vriend, mijn geluk,
In stilte wacht ik, mijn hart vol spijt.
Download of beluister de alternatieve versie via AI Music Lab